Rondetafel over modelrecht: patente modellen verdienen bescherming

0

Halverwege de avond wordt het levensgrote schilderij van een zinnenprikkelend model van de muur gehaald. Ongeschikt als achtergrond voor zijn sfeerimpressies van de rondetafeldiscussie over het modelrecht, vindt de fotograaf. Gelukkig is de discussie in restaurant LUX te Den Bosch, georganiseerd door NLO Shieldmark en Link Magazine, inhoudelijk al prikkelend genoeg. Concrete cases, eyeopeners en tips gaan over tafel, net zo rijk gesorteerd als het voorgerecht, een assortiment eenhapsgerechtjes. ‘Als jij het niet doet, registreert een ander.’

  • ‘Modelrecht is een beetje het vergeten kindje van de ip-wereld.’
  • ‘Probeer te schikken, maar duld geen vertraging als dat niet lukt.’
  • ‘Effe deze nda tekenen is niet voldoende.’
  • ‘Registreren net voor launch van nieuw product kan al te laat zijn.’

Octrooien/patenten, merken en modellen; de wereld van het intellectueel eigendom kent vele verschijningsvormen. ‘Het modelrecht is een beetje het vergeten kindje van de ip-wereld. Maar het is wel verstandig om het te gebruiken naast het octrooi- en merkenrecht’, zegt NLO ter introductie. Een octrooi beschermt de technische nieuwheid van een vinding en is kostbaar in aanvraag en onderhoud. Het modelrecht beschermt juist het uiterlijk van een nieuw product, voor zover niet technisch bepaald. Een aanvraag, met maximaal zeven foto’s of tekeningen, is eenvoudig en kost weinig. Nieuwheid en eigen karakter is vereist, bijvoorbeeld in vormgeving, patroon, kleuren, textuur of logo. Meervoudige registraties zijn mogelijk, zoals verschillende dessins voor een product. De aanvrager ontvangt een certificaat, maar de nieuwheid wordt bij de aanvraag niet getoetst. Het is wachten op een claim dat het geregistreerde model te veel lijkt op iets bestaands. Komen de partijen tegenover elkaar te staan dan kan er worden geschikt; volgt een rechtszaak dan toetst de rechter of de algemene indruk van beide modellen overeenkomt. De registratie is per vijf jaar te verlengen en geldt maximaal 25 jaar. In Europa geldt uniform modelrecht, maar met Amerika zijn er verschillen. De procedure is daar zwaarder.

Het modelrecht is nog een stiefkindje, zegt ook Wim Maas, partner bij TaylorWessing, full-service advocatenkantoor met een sterke focus op ip. ‘Laten klanten veel modellen aanvragen, dan krijg ik mogelijkheden om te handhaven. Daardoor wordt je positie tegen inbreukmakers sterker. Lukt het niet via het modelrecht, dan kun je je op het auteursrecht beroepen. Of op onrechtmatige daad: de tegenpartij brengt met zijn slaafse nabootsing het publiek in verwarring.’

Ad van Berlo

ad van BerloWaar lopen bedrijven tegenaan in het modelrecht, vraagt gespreksleider Ad van Berlo, oprichter van designbureau VanBerlo en deeltijdhoogleraar aan de TU Eindhoven. Don van Montfort, hoofd productontwikkeling van Dorel Netherlands in Helmond, bekend van de Maxi-Cosi autostoeltjes, noemt de timing cruciaal: wanneer kom je in actie bij inbreuk? Een prangende vraag. ‘Wij doen veel met modelrecht, misschien wel iets te vaak, want het is ‘easy entry’.’ Zijn bedrijf heeft nogal eens met namaak te maken. ‘Onze customer service krijgt soms producten retour die niet eens van ons zijn. Sinds kort staat bij ons een één-op-één kopie van ons topmodel autostoeltje. De afweging is nu wanneer we die Chinese kopie precies gaan aanvechten.’ Advocaat Maas: ‘Kleinere bedrijven adviseer ik: laat die kopie maar op de markt komen, zodat de tegenpartij al veel kosten heeft gemaakt. Dan heb ik leverage voor een schikking. Het helpt als de potentiële schade aan de andere kant groot is. Maar je moet niet te lang in de voorbereiding van een zaak blijven hangen, want dan lopen de kosten voor je eigen cliënt op. Probeer te schikken, maar duld geen vertraging als dat niet lukt. Stuur bij de eerste sommatie meteen het certificaat mee, dat is tastbaar en maakt indruk. Vervolgens kun je dan vaak snel schikken vanwege de kosten, want mijn kosten worden dan proceskosten die we bij winst op de tegenpartij verhalen.’ Bij grotere bedrijven ligt het anders, zegt Florence Tordoir. ‘Zij moeten de concurrentie geen opening in de markt geven, niet wachten tot de namaak in de winkel ligt. Ben je, zoals Dorel, verantwoordelijk voor de kwaliteit van je product, treed dan gelijk op tegen gevaarlijke namaak.’

Boon Edam China

Boon Edam, bekend van de draaideuren, heeft ook veel last van Chinees kopieergedrag, tot aan de bedrijfsnaam toe, en komt daar tegen in actie. Productmanager Daan van Beusekom: ‘We hebben wel zaken gewonnen, maar het is lastig in China. Sinds kort bestrijden we inbreuk op het patent- of modelrecht vanuit onze Chinese vestiging; dat schrikt af. En voor een nieuw product plaatsen we een advertentie in een Chinese krant, zodat we later bewijs hebben wanneer wij naar de markt zijn gegaan.’ Tordoir bepleit om in China, ondanks de lastige rechtsgang daar, modellen te registreren. ‘Als jij het niet doet, registreert een ander. In China zie je veel kaping van bekende, nog niet geregistreerde merken en modellen. Een serieuze partij doet eerst onderzoek; die komt jullie tegen als je hebt geregistreerd en is dus gewaarschuwd.’

Boon Edam registreert veel ip, voorheen vooral patenten, maar steeds meer ook modellen. ‘Bijvoorbeeld voor upgrades van producten. Want het is minder kostbaar.’ En het past ook in de designfilosofie van het bedrijf. Van Beusekom illustreert dat voor de veiligheidspoortjes, waarvoor hij productmanager is: ‘De markt kent een lage instapdrempel, dus moet je zelf drempels opwerpen om namaak te voorkomen. Dat doen we middels het productdesign, waarvoor een speciale, moeilijke productietechnologie nodig is.’

Ook voor kleine bedrijven is het modelrecht een optie. Zoals voor Additive Industries. Mede-oprichter Daan Kersten: ‘Wij lanceren dit najaar de eerste industriële metaalprinter. We hebben er patenten en ook merkrecht op. Met oud-Philips-mensen aan boord is dat goed geregeld, het zit in het dna van ons bedrijf. We denken nu ook na over het modelrecht. Als het zo goedkoop is, waarom niet? Onze machine heeft een mooi design; er zijn al zoveel lelijke machines.’

Vroegtijdig vastleggen

Soms zijn er weinig aangrijpingspunten voor ip-bescherming, zoals bij Famostar emergency lighting in Velp. Het ‘model’ van noodverlichting is met het oog op herkenbaarheid in regelgeving vastgelegd. ‘Wij hebben wel overwogen om met het modelrecht te werken’, vertelt r&d-manager Frank Risseeuw. ‘Maar een concurrent heeft ooit een zaak tegen ons gevoerd en die verloren, dus het beeld bij ons is dat het modelrecht voor ons product niet zo zinvol is.’ Voor octrooien zijn echter kansen blijven liggen, blijkt als Risseeuw vertelt over een nieuwe constructie waarbij een wartel (kabeldoorvoer) niet – zoals gebruikelijk – aan de buitenkant van de verlichtingsbehuizing wordt bevestigd, maar aan de binnenkant. Dit vereenvoudigt de montage van de armatuur. Voor techneuten misschien geen bijzondere vinding, maar toch waard om beschermd te worden, vindt Tordoir. ‘Met de kennis van nu hadden we dat gedaan’, zegt Risseeuw. Maar ook hij worstelt met de timing. ‘We ontwikkelen een aantal nieuwe concepten en willen daarmee naar buiten. Maar wat moet je nu vastleggen als je nog niet precies weet wat het wordt?’ Tordoir: ‘Je kunt vroegtijdig een basismodel vastleggen, met uitstel van publicatie, en later eventueel het definitieve model. Stel de concurrent heeft precies hetzelfde uiterlijk, maar niet jullie slimme innerlijk; dat schept verwarring.’ Registreer in ieder geval vroeg, adviseert Ad van Berlo, verwijzend naar de Senseo-koffie-case: ‘Na een brainstorm over hoe je die kunt laten schuimen, vloog een deelnemer terug naar de VS en legde daar meteen een idee vast; die heeft men duur moeten uitkopen.’

Geheimhouding

Wim Maas snapt dat mensen geheimhouding liever niet meteen in contracten vastleggen, maar volgens hem zijn er ‘prettige’ contracten waarmee dat toch vroegtijdig kan. Geheimhouding is nodig om later te kunnen octrooieren. ‘Vaak hoor je in een ontwikkelingstraject: ‘Teken effe deze nda , want dat moet van de directie.’ Maar dat is niet voldoende. Bij elke informatie-uitwisseling zou je moeten melden: dit valt onder de nda. Dat doet niemand, maar het moet wel, want anders kan men achteraf zeggen dat het niet duidelijk was.’ Kersten: ‘Je zou standaard naar de nda kunnen verwijzen in elke e-mail.’ Van Berlo vult aan: ‘Je kunt foto’s en tekeningen toevoegen aan de nda en laten paraferen, zodat voor iedereen duidelijk is wat er precies onder valt.’

Open innovatie en co-creatie maken de kwestie van geheimhouding alleen maar urgenter. Van Berlo: ‘Als je een octrooi of model – in de discussie lopen deze ip-vormen door elkaar – wilt registreren net voordat een nieuw product de markt opgaat, dan kun je al te laat zijn. Want dan heb je misschien al met tien leveranciers gepraat. Hoe bescherm je het dan?’ Van Montfort: ‘Met onze vaste partners hebben wij nooit discussie over de vertrouwelijkheid, maar voor innovatie willen wij ook werken met nieuwe partners; dan moet je dat eerst even aftasten.’ Kersten bepleit standaard-afspraken voor samenwerking in ontwikkeling, bijvoorbeeld in Brainport Industries-verband.

Kenniscarrousel

Een ander hot issue is de ‘kenniscarrousel’: toeleveranciers willen kennis die ze ontwikkeld hebben voor een klant zelf kunnen toepassen in andere markten die de klant niet raken. Van Philips mocht dat nooit, weet Van Berlo. ‘Voor ons als designbureau is het normaal in een project het modelrecht over te dragen aan de klant, maar wij willen ons gedachtegoed wel voor andere markten kunnen gebruiken.’ Sowieso geven toeleveranciers te makkelijk ip weg dat zij (mede) zelf hebben ontwikkeld, signaleert Wim Maas, die ook voor grote oem’ers werkte en dus de andere kant van de medaille kent. ‘Toeleveranciers moeten dat niet zo makkelijk doen, is mijn gratis advies.’ Het is echter lastig te regelen met de grote jongens, heeft ook Kersten ervaren. ‘Voor de samenwerking in ons shared AddLab hebben we met alle partners afspraken gemaakt over het gebruik van de kennis die we samen opbouwen. Onze beperking daarin was dat wij de enige willen zijn die daarmee 3D-printers mag maken. Grote bedrijven willen echter normaliter geen enkele beperking.’

Branding

Net als octrooien hoeft het modelrecht niet alleen defensief te worden gebruikt. Het kan helpen om een merk op te bouwen, weet Ad van Berlo. ‘Met een octrooi of model zet je een claim, die waarde toevoegt aan de branding.’ Dat een product gepatenteerd is, kan indruk maken; een merk kan zelfs gekoppeld zijn aan een vormtaal, denk aan de beugelfles van Grolsch. ‘Ip kan een asset zijn’, onderschrijft Florence Tordoir. ‘Door ons ip worden wij als nieuwkomer toch anders bekeken door de concurrentie’, merkt Daan Kersten. Om welk ip (octrooi, merk of model) het ook gaat, concluderend adviseert Ad van Berlo: altijd beschermen!

Deelnemers aan tafel in Den Bosch: Ad van Berlo, oprichter VanBerlo (gespreksleider); Daan van Beusekom, productmanager, Royal Boon Edam; Daan Kersten, co-founder/ceo Additive Industries; Frank Risseeuw, manager R&D + product management, Famostar emergency lighting; Florence Tordoir, Europees merken- en modelgerechtigde, NLO Shieldmark; Wim Maas, partner, TaylorWessing; Don van Montfort, product development manager, Dorel Netherlands.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics