Platform Productiviteit: ‘Gegevens delen met suppliers? Dat voelt kwetsbaar voor familiebedrijf Lely ’

0

Lely , producent van onder meer melkrobots, spreekt tot de verbeelding. Jaarlijks krijgt het bedrijf ongeveer 6.000 gasten over de vloer in de enorme productiehal in Maassluis. Begin februari kwamen zo’n 25 ondernemers en managers uit de industrie naar Lely voor een bijeenkomst van het platform Productiviteit van Link Magazine. Director operations Gerlof van den Haak leidde ze rond. Hij vertelde heel open over de gang van zaken binnenshuis en in de supply chain. ‘We moeten veel meer naar collaborative manufacturing. Als eenling stel je niet veel voor, wij zijn een deel van de keten.’

Foto Samrentmeester

Door Lucy Holl

  • ‘We moeten veel meer naar collaborative manufacturing; als eenling stel je niet veel voor.’
  • In de supply chain kraakt en steunt het af en toe om het allemaal voor elkaar te krijgen.
  • ‘Met zijn allen zorgen dat die veehouder zijn robots krijgt, daar ligt een grote uitdaging.’
  • We willen een nog kortere doorlooptijd en meer snelheid in de keten, want tijd zorgt voor verspilling.’

‘Het gaat er niet om wie het grootste deel van de taart krijgt, maar dat we samen die taart groter maken’

Klanten die een Lely Astronaut voor automatisch melken aanschaffen, worden op hun wenken bediend. Ze kunnen erop rekenen dat hun nieuwe melkrobot binnen acht weken draait in de stal. Ze mogen zelfs tot vier weken voor installatie hun configuratiewensen nog aanpassen. De dealers, meer dan 190 Lely Centers wereldwijd, kunnen tot vier weken voor levering de leverdatum van een order alsnog verschuiven. Die Lely Centers zijn merendeels zelfstandig ondernemers, elf zijn er van Lely zelf. In de supply chain kraakt en steunt het af en toe om het allemaal voor elkaar te krijgen. Gerlof van den Haak, sinds najaar 2018 director operations bij Lely: ‘Veel van de franchisenemers schoven om diverse redenen eind 2019 orders door naar 2020. Dan kun je de melkrobots wel alvast gaan maken, maar is dat handig gezien mogelijke aanpassingen in de configuratie? Deze onverwachte verschuiving in ons orderboek heeft wel tot wat uitdagingen in onze toeleverketen geleid.’

Opslag aan de lijn

Vlaggenschip van Lely is de melkrobot Astronaut A5. Deze wordt op order geassembleerd. Daarnaast zijn er de ‘supermarktproducten’, waaronder mestrobots en voersystemen die wel op voorraad worden gemaakt, is tijdens de rondleiding te zien. Alles is strak geordend, er zijn duidelijke markeringen waar gelopen, gereden en gewerkt kan worden. ‘Het lijkt hier wel een heel groot, licht magazijn’, zegt een van de deelnemers. ‘Ja, een magazijn waar hier en daar ook nog productie is’, lacht Van den Haak. Er is opvallend veel opslag aan de lijn, weet hij. Dat moet veranderen. Hij gaat er later die avond op in.

De doorlooptijd in de eigen assemblage is anderhalf, twee dagen. De melkrobot wordt in achttien werkstations in elkaar gezet en aan het eind uitgebreid functioneel getest. De eindklant kan uitpakken, aansluiten en draaien. Het is een standaardproduct, maar wel met vele opties: er zijn 700 verschillende configuraties. Elk werkstation omvat een aantal vastomlijnde bewerkingen die, afhankelijk van de vraag, op elkaar zijn afgestemd. De inhuur van uitzendkrachten is meestal 25 procent, bij piekproductie 50 procent. So far, so good.

Foto © Sam Rentmeester .

Duizenden componenten

Elke robot telt bij benadering 3.000 componenten, waarvan één tiende deel een levertijd heeft van meer dan acht weken. Lely heeft 265 first tier suppliers, waaronder BOZ Group, Würth, Festo en Kasteel Metaal en veel second tiers daaronder. Sommige bedrijven leveren een paar componenten, voor sommige componenten zijn er meer leveranciers. ‘We moeten met zijn allen zorgen dat die veehouder zijn robots krijgt, daar ligt een grote uitdaging’, zegt Van den Haak. De dealers moeten de geproduceerde robots geplaatst zien te krijgen en geld hebben voor de voorfinanciering. De vele toeleveranciers moeten op tijd hun spullen leveren. ‘Nu met het Coronavirus monitoren we heel intensief. Stel dat drie suppliers echt een issue krijgen, dan krijgen wij en onze andere 262 toeleveranciers dat dus ook.’

Historische verkoopgegevens vormden tot voor kort de basis van de forecasts en inkooporders. ‘Met zo veel toeleveranciers en 3.000 onderdelen per robot is dat lastig’, aldus Van den Haak. Dus is er inmiddels een veel beter Sales & Operations Planning-proces (S&OP): de elf verkoopclusters halen informatie uit het veld over de behoefte in de komende twaalf maanden en komen steeds weer met voortschrijdende prognoses. De afdelingen Sales, Operations en Finance zitten maandelijks bij elkaar: hoe reageren we op een dalende of juist hogere vraag? Accepteren we een langere levertijd, bijvoorbeeld omdat sommige robots na levering toch nog een tijdje bij dealers blijven staan? Daar komt een masterplan uit. ‘De afdelingen communiceren nu veel beter. We hebben een gemeenschappelijk doel, wat erg heeft geholpen in de kwaliteit van de beslissingen. We hebben een stabiel schema, met een beetje overcapaciteit. Dat geeft meer duidelijkheid in de keten.’

Foto © Sam Rentmeester .

Kaarten tegen de borst

Twaalf maanden vooruitkijken is best lang, klinkt het vanuit de gasten. ‘Wij hebben ook prognoses voor een jaar, maar wel met drie maanden echt vast.’ En, reageert een ander, wat moet je met die prognoses als de veehouders en dealers vier weken voor levering doodleuk de configuratie kunnen veranderen of de leverdatum opschuiven? ‘Als je je melkrobot toch heel snel geleverd krijgt, waar maak je je dan druk om als veehouder?’ Nog een reactie: ‘Sommige franchisehouders houden vast hun kaarten tegen de borst door al die geboden flexibiliteit qua levertijden.’ Ja, daar moeten we met die franchisehouders goed over in gesprek, stelt Van den Haak.

De gasten dubben nog wat verder: wat voor incentive is er überhaupt voor die dealers om een goede inschatting van hun vraag te geven? ‘Misschien moet je met slots gaan werken’, komt de suggestie. Ook daar denkt Gerlof van den Haak over na, reageert hij. ‘Net als in de automotive. De showroom kijkt in het systeem wanneer de auto in de fabriek van de band af kan komen. Waarom zouden wij het hier anders doen? Voor de veehouder is vooral belangrijk dat hij weet wanneer hij zijn robot exact krijgt. Als hij weet dat het in week 18 op dag 3 is, is dat waardevoller dan dat we zeggen dat het ergens in week 14 of 15 wordt.’

En de Lely Centers willen ook echt wel betrouwbaar leveren. Dus als ze hun slots niet tijdig reserveren, gaat het voorbij. Ze willen geen ‘nee’ verkopen. ‘Oké, snap ik, maar dan reserveert een dealer lekker zestig slots voor zichzelf en neemt er uiteindelijk maar veertig af’, oppert een deelnemer. ‘Daar zit je met je capaciteit. Is er dan een boeteclausule? Hoe kom je met zo veel verschillende partijen ooit tot een echt betrouwbare S&OP?’

Het blijft lastig. Maar terug naar hoe het nu gaat: de Lely-clusters geven de forecasts af, niet de dealers. Die clusters werken voor meerdere franchisers en kennen hun pappenheimers. Uit de zaal komt nog wel een idee: ‘Misschien moet je identieke full option machines gaan bouwen en die later softwarematig op klantwens configureren.’

Foto © Sam Rentmeester

Stroomlijnen

Lely gaat op dit moment uit van een maximale productiecapaciteit. ‘Binnenkort gaan we de montagewerkzaamheden goed analyseren: hoe lang doen we nu precies over alle handelingen en wat betekent dat voor de verdeling over de werkstations? We willen ook kijken hoe we de continue innovaties en aanpassingen van de melkrobot vanuit engineering beter kunnen stroomlijnen richting productie. Gaan we dan bovendien onze interne logistiek verder verbeteren en steviger samenwerken in de supply chain, dan kan ons weekaantal ongetwijfeld omhoog.’ Van den Haak wil meer officiële samenwerkingsovereenkomsten met leveranciers sluiten. ‘De toeleverketen is vorig jaar al veel efficiënter gaan functioneren. De overdue supplies, de achterstallige voorraden, zijn sterk afgenomen. We gaan beter om met ons werkkapitaal. We willen een nog kortere doorlooptijd en meer snelheid in de keten, want tijd zorgt voor verspilling.’

Daarvoor is niet alleen die forecast van Lely cruciaal. Van den Haak wil toe naar geïntegreerde forecasting, waarin Lely en zijn toeleveranciers over en weer veel meer informatie vroegtijdig delen. En naar just-in-time en just-in-sequence delivery, zodat niet die enorme voorraden naast de assemblagestations staan. Dat betekent intern en extern beter samenwerken, bedrijfsprocessen afstemmen, informatie delen en systemen koppelen. ‘En bovenal vraagt het vertrouwen. Durven we gegevens te delen? Dat moet groeien, het voelt kwetsbaar, zeker voor familiebedrijven. Publieke organisaties zijn veel meer gewend om informatie openbaar te maken. Maar het komt.’

Grote taart

Toch zit er op een of andere manier altijd een spanningsveld tussen een oem’er en zijn toeleveranciers, klinkt het vanuit de deelnemers. Komt dat omdat een oem’er bang is om te vast te zitten aan zijn suppliers? Of denkt hij dat die financieel misbruik maken van gevoelige bedrijfsinformatie? Er is toch een aardige taart te verdelen, er is voor iedereen genoeg. Van den Haak: ‘En bedenk: het gaat er niet om wie het grootste deel van de taart krijgt, het gaat erom dat we samen die taart groter maken. Ik wil echt naar collaborative manufacturing. Als eenling stel je niet veel voor, Lely is een deel van een keten en we hebben die keten nodig om onze doelen te bereiken.’

Een toeleverancier (niet van Lely) reageert: ‘Oké, ik wil best investeren in mensen en machines, maar wat voor commitment krijg ik terug van oem’ers?’ Van den Haak: ‘Suppliers zijn en blijven natuurlijk ondernemers, inclusief hun eigen ondernemersrisico. Maar wij willen onze keten zo veel mogelijk van informatie voorzien voor verstandige beslissingen.’

Lely doet natuurlijk aan risicospreiding en kan zoals gezegd meerdere toeleveranciers voor dezelfde onderdelen hebben; dat is ook goed om onderling scherp te blijven. ‘Kasteel Metaal en BOZ Group, leveranciers van onze frames, zitten hier vanavond gewoon naast elkaar’, wijst Van den Haak. ‘Ze bijten elkaar echt niet. We hadden ontwerpproblemen waar ze ook gezamenlijk aan gewerkt hebben. Zij beslissen ieder voor zich om nieuwe lasrobots te kopen of niet, om meer mensen in te huren. Dat doen ze niet als de vraag onvoorspelbaar fluctueert. Dus daar willen we veel meer in faciliteren door hen optimaal te informeren. Het vraagt een stevige cultuurverandering, bij ons en in de keten.’

 

Lely: internationaal familiebedrijf

Van 12 tot en met 18 juni zijn weer The Lely Future Farm Days, waarop het bedrijf innovaties presenteert. Bestuursvoorzitter André van Troost onthulde in een interview met Het Financieele Dagblad onlangs al een belangrijke introductie: een mestbewerkingsmachine, die de mestkringloop rond moet maken en een oplossing biedt voor het stikstofprobleem. Lely heeft er vijf jaar aan gewerkt. De machine zal de uitstoot van emissies ‘met 50-plus procent reduceren’, aldus Van Troost in het FD. Tweede helft dit jaar verwacht Lely al tientallen mestbewerkingsmachines te gaan verkopen.

Alexander van der Lely(L), Voorzitter  Raad van Commissarissen en André van Troost ceo. Foto Lely

Lely, ruim zeventig jaar oud, is een internationaal familiebedrijf, dat innovatieve oplossingen biedt voor alle mogelijke werkzaamheden in de koeienstal: van melken tot reinigen. En het geeft advies voor het slim inrichten van het melkveebedrijf met gebruik van managementsystemen. De focus ligt op een duurzame, winstgevende en aangename toekomst voor de agrisector. Lely zit op 600 miljoen euro jaaromzet, met 1.800 medewerkers van wie 1.000 in Nederland. Er zijn zo’n 1.600 patenten en 6 procent van de omzet gaat naar r&d. Lely heeft productielocaties in Maassluis en in Pella in de Amerikaanse staat Iowa, waar ongeveer één zesde van de hoeveelheden van Maassluis worden geassembleerd. Er zijn 3 r&d-locaties.

Lely heeft 23.000 klanten in vijftig landen en daar komen elk jaar wel een stuk of twee landen bij. ‘Maar de groeipotentie zit ‘m niet zo zeer in nieuwe landen, maar vooral in marktconversie. Het is een traditionele sector. In veel landen moeten veehouders nog overtuigd raken van de vele voordelen van geautomatiseerd melken.’

Link magazine digitaal lezen of vraag een exemplaar aan, uitgever@linkmagazine.nl

 

Platform Productiviteit

Het platform Productiviteit, begin 2019 opgericht door Link Magazine, is bedoeld om ondernemers en managers op een ongedwongen manier met elkaar te laten praten over verbeteringen in hun productieprocessen en de supply chain. De leden knopen daar graag een bedrijfsbezoek aan vast. Dit keer treedt Gerlof van den Haak van Lely op als gastheer. Bedrijven als Matas Electronics, Knapen Trailers, itsme, Vencomatic Group, FMI Instrumed, Boers & Co, Wila, JAZO, Timmerije, BOZ Group, VHE, NTS en Lely maken deel uit van het platform Productiviteit.

Half juli komt het productiviteitsplatform voor de vijfde keer bij elkaar. VHE is dit keer gastheer, VHE gaat in hoe zij de productivitiet per medewerker hebben gemeten en hoe zij dit hebben verbeterd. VHE heeft samengewerkt met  Jheronimus Academy of data-science. Wij houden natuurlijk rekening met de Corona richtlijnen van het RIVM.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics