Parels van Overijsselse ‘Mitttelstand’ voor het voetlicht

0

De opvolger is vaak nog niet bekend, maar is dat wel zo dan blijkt die in steeds meer gevallen een vrouw. Aldus onderzoek gepresenteerd tijdens de viering van het tweede lustrum van het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven. Behalve onderzoeksresultaten stonden op het programma:, presentaties van internationale collega’s en een discussie over huidige en toekomstige succesfactoren voor familiebedrijven.

Ilse Matser

De opvolger is steeds vaker een vrouw

‘There’s no business like family business’. Die boodschap droeg het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven (LEF) van Hogeschool Windesheim meermalen letterlijk uit tijdens een feestelijk werkontbijt om het 10-jarig bestaan te vieren. Iedereen die meewerkte aan het programma, ontving een tegeltje met die wijsheid. Doel van het LEF is de ondernemende kracht van familiebedrijven te versterken door middel van praktijkgericht onderzoek.

‘De stip op de horizon is nog niet bereikt. Daarom gaan we het LEF een extra stimulans geven’

Judith van Helvert

In het eerste programmaonderdeel gaan Ilse Matser en Judith van Helvert, beiden lector en senior onderzoeker bij het LEF, in gesprek met enkele familiebedrijven die meegewerkt hebben aan het project dat het LEF uitvoerde om familiebedrijven te ondersteunen bij de bedrijfsopvolging en inrichting en ontwikkeling van de governance. Dit in samenwerking met de provincie Overijssel, Saxion, VNO-NCW en MKB Nederland. Overijssel kent ruim 25.000 familiebedrijven die daarmee een relatief grote bijdrage leveren aan de regionale economie. Daaronder dus de nodige verborgen ‘kampioenen’, zoals Koninklijke Van Wijhe Verf in Zwolle, Rouveen Kaasspecialiteiten in Staphorst, Ten Kate flowers & decorations uit Deventer, Powerspex Instrumentation in Hengelo, AKROH Industries (paardensportartikelen) in Zwolle en vakantiepark Beerze Bulten in Beerze.

Jan Wilmink

Fire in the belly
Gevraagd naar tips voor ondernemers in de zaal, zegt Jan Wilmink (Powerspex): ‘Richt je op innovatie en stel doelen voor over vijftien jaar. Dan sta je versteld wat je kunt bereiken.’ Marlies van Wijhe (Van Wijhe Verf): ‘Houd ‘fire in the belly’, verlies je enthousiasme niet.’ Gert-Jan Hagedoorn (Beerze Bulten): ‘Ga vooral op zoek naar de ‘why’. Blijf jezelf afvragen waarom klanten bij je terugkomen.’ Arend-Jan Horst (AKROH): ‘Breng focus en deadlines aan. Per maand besteed ik drie weken aan productie en één week aan sales.’ Joachime Hutten (Ten Kate): ‘Blijf goed in contact met klanten. Vraag naar hun wensen, laat ze feedback geven, zodat ze betrokken blijven bij je product en ze hun doel bereiken.’ Aan het eind van de interviews kregen vertegenwoordigers van de zes familiebedrijven als eersten de publicatie ‘De Overijsselse Mittelstand – Over parels van familiebedrijven’ uitgereikt, een serie portretten. Hiervoor onderzochten Matser en Van Helvert onder meer of kenmerken van Duitse Mittelstand-bedrijven zijn terug te vinden bij de zes Overijsselse bedrijven.

Inge Grim

Internationale scriptieprijs

Om meer onderzoek te kunnen doen, richtte het LEF drie jaar geleden de stichting Ten Clarenwater op, waaraan familiebedrijven en andere organisaties en instellingen een financiële bijdrage leveren, algemeen of aan specifieke onderzoeksthema’s. De stichting reikt jaarlijks de internationale Ten Clarenwater Thesis Award uit aan een bachelor- en een masterstudent voor de beste scriptie over familiebedrijven. Voor de editie van 2018 zijn dertien scripties ingestuurd vanuit Nederland, Duitsland, Zweden, Italië, Ierland en Zuid-Afrika. Een onafhankelijke jury beoordeelde deze op de nieuwheid van het onderwerp en de uitkomsten, de beantwoording van de vraag, de actualiteit, de sociale relevantie en de praktische implicaties. De Duitse student Julian Elias Lesting van de WHU Otto Beisheim School of Management wint de bachelorprijs met zijn scriptie ‘Open Innovation in Family Firms. How Can Family Firms Enhance their Capabilities to Engage in Open Innovation’. Ook de scriptieprijs voor masterstudenten gaat naar een Duitser: Nicolas Heidelk van de Hamburg School of Business Administration wint met zijn scriptie ‘Working Capital in Family-owned Businesses: Length of the Cash Conversion Cycle.’

Verbinding gevonden

Uit de toespraak van Inge Grim (raad van bestuur Windesheim) en Eddy van Hijum (gedeputeerde provincie Overijssel) blijkt hoe het LEF de afgelopen tien jaar, samen met de provincie, de verbinding met bedrijven in de regio heeft gezocht en gevonden. Daarnaast is er een scientific committee opgericht. ‘Dit vanuit de diepe overtuiging dat je als je antwoorden wilt vinden op complexe vraagstukken, je als onderzoeker niet alleen maar samen met partners moet werken om oplossingen te vinden. We streven naar praktijkgericht onderzoek en willen coalities vormen en het onderzoek steeds meer verbinden met het onderwijs, bijvoorbeeld door studenten te laten doorstromen als junior-onderzoeker’, stelt lector Ilse Matser. Eddy van Hijum noemt familiebedrijven de ruggengraat van de provincie, en de provincie staat hen graag terzijde. ‘De jonge bedrijfsopvolgingsregeling van de provincie met een budget van 600.000 euro heeft 4,5 miljoen euro aan investeringen uitgelokt. Wellicht dat we deze regeling in de toekomst verder uitrollen.’ Inge Grim wil het werk van het LEF meer verzilveren. ‘De stip op de horizon is nog niet bereikt. Daarom gaan we vanuit Windesheim het LEF een extra stimulans geven. De benoeming per 1 januari 2020 tot Centre of Expertise weerspiegelt deze ambitie.’

Erik Veldhuizen

Opvolger nog onbekend
Het programma wordt vervolgd met lezingen van samenwerkingspartners van het LEF binnen het project STEP (Successful Transgenerational Entrepreneurship, 1.800 respondenten uit 55 landen). Die gaan in op de specifieke uitdagingen van familiebedrijven in hun land. ‘In dit onderzoek bekijken we de impact van demografische ontwikkelingen op familiebedrijven. Mensen worden ouder en dat heeft gevolgen voor de opvolging. Omdat mensen langer doorwerken, is er ook meer tijd om opvolging te regelen. Aan de andere kant: het aantal kinderen neemt af en daarmee ook de kans op goede opvolging’, stelt Erik Veldhuizen, associate lector van het LEF. Astrid Kramer, universitair docent aan de Universiteit van Tilburg, schetst een aantal uitkomsten: waar in Europa en Centraal-Azië 60 tot 70 procent van de ceo’s met pensioen gaat als ze tussen de 60 en 70 jaar oud zijn, ligt dit op andere continenten met 50 procent een stuk lager. Zo’n 45 procent van hen geeft aan dat de kans groot is dat de volgende generatie in het bedrijf komt, een even groot percentage noemt die kans ‘medium’. Daarnaast geeft 70 procent van de ceo’s aan dat de opvolger nog niet bekend is. Is dat wel het geval, dan is dit in 80 procent van de gevallen een familielid. En: de opvolger is steeds vaker een vrouw.

Astrid Kramer

 Uitdagingen
Aansluitend volgen twee workshops: ‘Generaties en bedrijfsopvolging in familiebedrijven’ en ‘Goed werkgeverschap in het familiebedrijf’. Enkele uitgelichte uitdagingen: verkoopklaar maken van het bedrijf, integratie van generaties en van culturen (in geval van een externe opvolger), niveau en competenties van de beoogde opvolger, langetermijnoriëntatie, bijblijven bij nieuwe technologie en goed werkgeverschap om mensen te behouden. De oogst van beide workshops neemt het LEF mee in vervolgonderzoek.

Share.

Reageer

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door ExactMetrics